Ik blijf het me afvragen, elke dag opnieuw. Zeker op dagen waarin ik rondloop in de Tweede Kamer, zoals vandaag. Ik ben oprecht verbijsterd, en oprecht nieuwsgierig om het te begrijpen. Dit is een lange post, een hartekreet. Want de vraag die me bezighoudt - inderdaad, die lÑÑt me maar niet los - is deze: wat gÑÑt er toch om in de hoofden van al die journalisten, academici, onderzoekers, museum-curatoren, ambtenaren, kartelpolitici, burgemeesters, docenten, schrijvers, enz., om systematisch en categorisch, als kudde, hermetisch ieder geluid dat het overheidsnarratief weerspreekt, of in twijfel trekt, op wΓ©lk onderwerp dan ook, te weren uit hun bewustzijn, te verdringen, te blocken? Of het nu gaat over stikstof, OekraΓ―ne, Covid, vaccins, klimaat…noem het allemaal maar op. De honderden, de duizenden (inter)nationale namen, deskundigen, critici, enz. die tegendraadse ideeΓ«n en feiten naar voren brengen: ze worden allemaal, stuk voor stuk, één voor één, geweerd. Over de hele linie. Hun bo